De eeuw van de "Antonijnen", de gelukkigste van het Keizerrijk(96-192 n.C.)

De dynastie die “de dynastie van de Antonijnen” wordt genoemd, hoewel niet alle keizers uit die dynastie die naam droegen, zorgde voor een lange periode van stabiliteit. Behalve tijdens de regering van de laatste vertegenwoordigers, Marcus Aurelius en vooral Commodus, zorgden de Antonijnen voor binnenlandse vrede en economische voorspoed die zich liet gevoelen over alle provincies van het keizerrijk. De keizers zorgden voor een evenwicht tussen de provincies en het centrale gezag, tussen de groeiende keizerlijke macht en de macht van de senaat, tussen het oosten en het westen. Bindmiddel was de Grieks-Romeinse cultuur en een politiek van verzoening. Het doorgeven van de macht gebeurde vaak door adoptie van de troonopvolger. Men spreekt dan ook vaak van adoptiefkeizers.

Nerva (96 - 98 n.C.), een overgangskeizer

Als oudste en gematigde senator met een lange politieke carrière werd Nerva door de senaat als opvolger van Domitianus aangeduid. Hij regeerde amper anderhalf jaar. Om de aanvaard te blijven door het leger, adopteerde hij Trajanus, een man met een briljante politieke en militaire carrière en zeer populair bij de soldaten. Hij wijdde te Rome het Forum van Nerva in, in werkelijkheid een project ontwikkeld en gerealiseerd door Domitianus.


 

Trajanus, British Museum, London (S.G.)

Trajanus (98 - 117 n.C.), de keizer-soldaat

Marcus Ulpius Trajanus was de eerste keizer die niet in Italië geboren was. Hij was afkomstig van Italica in Hispania Baetica. Onder zijn regering bereikte het Romeinse Rijk zijn grootste omvang. Met twee militaire veldtochten overwon hij de Dacische koning Decebalus en maakte zijn koninkrijk tot de Romeinse provincie Dacia, rijk aan goud en zilver. Van deze grote bodemrijkdommen maakte Trajanus kwistig gebruik voor zijn ambitieuze openbare werken. Vervolgens veroverde hij het koninkrijk Nabataea en maakte er de provincie Arabia van (het schiereiland Sinaï en het huidige Jordanië). Even later begon hij een oorlog tegen het rijk van de Parthen met de bedoeling het te annexeren. De eerste stap was de bezetting van Armenië een bufferstaat die balanceerde tussen de Romeinse en Parthische invloedsfeer. De invasie van uitgebreide Parthische gebieden (Mesopotamië en Assyrië) gebeurde snel maar niet degelijk: de plaatselijke opstanden dwongen Trajanus tot een nieuw offensief om de orde te herstellen. Op de terugweg naar Rome overleed hij. Door zijn reizen en oorlogen verbleef Trajanus het grootste deel van zijn regering buiten Rome. Toch drukte hij zeer sterk zijn stempel op de stad Rome met de constructie van de Markten en het Forum van Trajanus. Op dat Forum staat tot op de dag van vandaag de Zuil van Trajanus, waarop in de reliëfs de verovering van Dacia wordt verteld.


 

Hadrianus (117 - 138 n.C.), de keizer-reiziger

Het is niet zeker of Trajanus werkelijk Publius Aelius Hadrianus, een ver familielid, eveneens in Italica geboren, geadopteerd had of dat de vermeende adoptie op het sterfbed van Trajanus niet meer dan een manoeuvre was van Plotina, de echtgenote van Trajanus, om haar favoriete adoptiefzoon op de troon te krijgen. In tegenstelling tot de gedurfde expansiepolitiek van zijn voorganger, verkoos Hadrianus een meer defensieve opstelling. Zijn eerste zorg ging uit naar het zoeken naar vrede door veilige grenzen. Hij versterkte die grenzen, waar nodig, met versterkingen zoals de zogenaamde muur van Hadrianus in Britannia of de “limes” aan de Rijn en de Donau. Met hetzelfde doel voor ogen versterkte Hadrianus de vrede met de Parthen door de veroverde gebieden terug te geven en terug te keren naar de veel veiliger grens die de Eufraat was. Hadrianus hervormde de administratie en liet een burgerlijk wetboek opstellen. Hij bezat een culturele geest, was een kosmopoliet en humanist. Zijn voornaamste bezorgdheid was de welvaart van de provincies, die hij genereus behandelde en waar hij voortdurend naar op reis trok. Zijn hartstochtelijke liefde voor de Griekse cultuur bezorgde hem van jongs af de bijnaam Graeculus (de kleine Griek) en zorgde ervoor dat hij een “Griekse” baard liet groeien. Het was het begin van een nieuwe mode in Rome onder de elite van zijn tijd en van zijn opvolgers. Zo zette hij zich ook in voor promotie van de Griekse steden. Dit gebeurde voornamelijk met Athene dat hij liet verfraaien met nieuwe bouwwerken, waaronder een tempel voor Zeus. Hij zorgde ook dat elite uit de Griekse steden vertegenwoordigd werd in de Romeinse senaat. Hoogtepunten van zijn bouwactiviteit zijn onder andere het Panteon in Rome en de Villa Hadriana in Tivoli.


 

Antoninus Pius, British Museum, London (S.G.)

Antoninus Pius (138 -161 n.C.), de conservatieve keizer

Op het ogenblik dat hij geadopteerd werd en aangeduid werd door Hadrianus als zijn opvolger met de officiële naam Aelius Hadrianus Antoninus, moest deze ervaren senator op zijn beurt twee jongens adopteren: de toekomstige keizers Marcus Aurelius en Lucius Verus. Deze laatste was de zoon van Lucius Ceionius, die door Hadrianus eerder aangeduid was als zijn opvolger, maar zelf voor de dood van Hadrianus gestorven was. Hij kreeg de bijnaam Pius, “de vrome” ,omwille zijn inspanning om de apotheose (vergoddelijking) van Hadrianus te verkrijgen van een tegenstribbelende senaat. Hij was conservatief en toonde gebrek aan eigen initiatief. Zijn trouw aan zijn voorganger uitte zich in de continuïteit van diens politiek: defensief tegenover het buitenland en attent tegenover de provincies en de lagere klassen. Hij deed dit zonder zelf Rome te verlaten, in tegenstelling tot zijn voorganger Hadrianus. Een goed economisch beleid zorgde voor een situatie van algemeen welzijn.


 

Marcus Aurelius, British Museum, London (S.G.)

Marc Aurelius (161-180 n.C.), de keizer-filosoof
en Lucius Verus (161-169 n.C.)

Antoninus besloot om het keizerrijk over te laten aan Marcus Aurelius, die dan toch op eigen initiatief zijn adoptiefbroer Lucius Verus als medekeizer aanstelde. Lucius Verus interesseerde zich maar matig voor zijn taak in de regering van het Romeinse Rijk en verkoos een leven van plezier. Hij stierf vrij jong in 169 n.C.. Hun regering verliep niet zo vredig als dat van hun voorgangers, maar ze waren verplicht zonder ophouden te strijden om het Imperium te behoeden voor de invallen van de barbaren en andere bedreigingen. Hun regering had af te rekenen met pogingen tot invasie aan de oostelijke grenzen en van enkele Germaanse volksstammen aan de Donau. Bovendien werd het rijk geconfronteerd met een besmettelijke ziekte. Aan de andere kant brak Marcus Aurelius met de politiek van zijn voorgangers wat betreft de autonomie van de provincies. Hij streefde naar een gecentraliseerde en absolute monarchie.

Met een voortreffelijke Grieks-Latijnse en filosofische vorming heeft Marcus Aurelius nooit de literatuur laten liggen voor de wapens of de politiek, maar integendeel, van veldtocht naar veldtocht schreef hij in het Grieks zijn “Meditationes”. Het waren ongeordende persoonlijke en ernstige reflecties over zijn visie over de wereld en de mens, gekruid met het stoïcijnse ideeëngoed en pessimisme.


 

Commodus, voorgesteld als Hercules

Commodus (180-192 n.C.), de keizer-gladiator

Commodus, de zoon van Marcus Aurelius, stond op de tweede plaats voor de troonsopvolging op het einde van de regering van zijn vader. Toen deze laatste stierf, kwam hij op 19-jarige leeftijd zonder problemen op de troon. Onmiddellijk na zijn troonsbestijging sloot hij een haastige en weinig eervolle vrede met de Germaanse stammen die zijn vader bevochten had. Hij bracht de twee steunpilaren van de keizerlijke politiek op een overdreven hoogte: de keizerscultus, met de pretentie al tijdens zijn leven vergoddelijkt te zijn als een nieuwe Hercules; de bloedige spelen in het amfitheater, die hem zo begeesterden dat hij er niet voor terugdeinsde persoonlijk gekleed als Hercules of als gladiator in de arena van het amfitheater af te dalen om weerloze mensen aan te vallen. Zijn positieve houding tegenover de volksklasse en het leger bracht hem in conflict met de klasse van de senatoren en zorgden ervoor dat er complotten tegen hem gesmeed werden en dat er opstanden groeiden die gewelddadig neergeslagen werden, tot op het moment dat men er in slaagde hem te vermoorden.