De eerste Punische oorlog (264-241 v.C.)

De Mamertini (“zonen van Mars”), een groep huurlingen in dienst van Syracuse, was in opstand gekomen en bezette Messina, waar ze een eigen staat stichtten. Carthago bood hen bescherming totdat de Mamertini besloten hulp te zoeken in Rome. Toen de Romeinen de Mamertini ter hulp kwamen, begon de eerste Punische oorlog. De oorlog werd voornamelijk op Sicilië gevoerd, waar de Romeinen na verloop van tijd konden beschikken over een bondgenootschap met de machtige Griekse kolonie Syracuse en het leger van Carthago, dat geleid werd door Hamilcar Barcas (vader van Hannibal).

Haven van Mozia, een Fenicische kolonie op Sicilië, verwoest in 397 v.C. door Syracuse (S.G.).

De Romeinen hadden tot dan toe alleen op land gevochten en omwille van het feit dat zij een volledig nieuwe oorlogsvloot moesten bouwen, bedachten ze ook een nieuwe tactiek: zij enterden de vijandelijke schepen met haken. Via loopbruggen die ze aan boord wierpen, gingen ze aan boord van het vijandelijke schip. Zo vochten ze in man aan mangevechten, zoals aan land, wat voor de Romeinen een voordeel was. Dank zij deze tactiek slaagden ze erin de Carthagers te verslaan in verscheidene zeegevechten. Ondanks de desastreuze mislukking om de oorlog daarna naar het noorden van Afrika te verplaatsen, slaagden de Romeinen er toch in snel een nieuwe vloot te bouwen, gefinancierd door de rijke Romeinen. De blokkade van de Carthaagse haven in Sicilië en de nederlaag van Carthago bij de Aegatische eilanden dwongen Carthago tot overgave. De stad moest een serieuze schadevergoeding betalen en zijn bezittingen op Sicilië opgeven. Dit eiland werd de eerste Romeinse provincie. Een paar jaar later maakten de Romeinen gebruik van de zwakheid van Carthago om Corsica en Sardinië binnen te vallen. (238 v.C.)

Kaart van de Punische oorlogen

 

Stèle met godin Tanit, Bardo Museum, Tunis (S.G.).