De derde Punische oorlog (149-146 v.C.)

Dankzij de doorgedreven landbouw kwam Carthago na de nederlaag er snel weerbovenop. Dit bracht onrust teweeg bij vele Romeinen waaronder Cato. Deze Romeinse politicus besloot elke redevoering in de senaat steevast met de volgende woorden: “Ceterum censeo Carthaginem esse delendam”. In het Nederlands: “Voor de rest ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden.” Hij bleef dit doen totdat iemand de beslissing nam om Carthago met de grond gelijk te maken onder het voorwendsel dat de Carthagers repressailles hadden genomen tegen de Numidische koning Massinissa, een bondgenoot van de Romeinen. Carthago werd belegerd door Scipio Aemilianus en werd ingenomen in 146 v.C.. De stad werd verwoest , de bewoners werden tot slaaf gemaakt en de velden verwoest. Zo werd dit deel van Afrika (het huidige Tunesiė) een Romeinse provincie.

Tofet of necropolis van Carthago, Tunis (S.G.).